Driehonderd woorden

Nu, precies een maand geleden, nam ik mij voor om elke dag tweehonderd woorden te schrijven en die ook meteen elke dag te publiceren op deze website. Deze strategie zou mij na 100 dagen een behoorlijke verzameling van 20.000 woorden opleveren, die je – mits voorzien van enig verband – een roman zou kunnen noemen.
Ik lig aardig op koers. Na 31 dagen ben ik 31 stukjes verder. Het is me gelukt om elke dag iets te publiceren. Af en toe heb ik moeten smokkelen. Als ik er op een dag niet aan toe kwam (heb ook nog een baan en zo) dan schreef ik de volgende dag twee stukjes, waarvan ik er dan eentje antidateerde. Gemiddeld zijn de stukjes ook niet tweehonderd maar driehonderd woorden lang. En dat betekent dat ik na 31 dagen al bijna op 10.000 woorden zit; een halve roman af. Ik ben trots op mezelf en met veel plezier lees ik alles terug. Het lijkt bijna op een dagboek, want natuurlijk zijn veel stukjes direct uit het leven gegrepen en herinneren ze aan gebeurtenissen uit mijn leven. Sommige blogs zijn wat fantasierijker of zelfs volledig verzonnen, andere lijken wel columns. Soms lukt het goed, soms is het een beroerde tekst. Er zijn dagen dat ik het verschrikkelijk vind wat ik heb geschreven. Dan wil ik er mee ophouden en snap ik het fenomeen writers-block. En soms is het in 10 minuten bij elkaar getikt en ben ik redelijk tevreden. Elke dag houd ik me voor wat ik in de eerste blog op 11 augustus van dit jaar heb geschreven: er bestaat niet zoiets als inspiratie. Gewoon beginnen en dan doorgaan totdat er tweehonderd woorden staan en dan mag je ophouden. Dat is het geheim van de smid. En zo is ook dit stukje moeiteloos ontstaan. Het stelt niet zoveel voor. Het zijn maar losse gedachten, maar het zijn wel weer driehonderd woorden. Driehonderdtwaalf om precies te zijn.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.