Diakriet

Deze week een nieuw woord geleerd: diakrietentabel. Ik had daar nooit eerder van gehoord en ik heb toch heel wat jaren op school gezeten. Een diakriet is een letter met een streepje, een dakje, een krulletje, een puntje dat ergens bij, in, op of onder een letter wordt gezet, waardoor de letter een andere klank krijgt. In het Nederlands heb je zes gangbare diakritische tekens, een streepje naar voren (é) of naar achter (è), een dakje (^), een trema (ë), een cedille (ç) en een umlaut (ü). En dan reken ik de i niet mee, hoewel er ook een i zonder punt bestaat.
De diakrietentabel van Nederland is de officiële lijst van bekende diakrieten in combinatie met letters uit het Romeinse alfabet. De lijst telt maar liefst negentig combinaties, die we in eigennamen kunnen tegenkomen en geaccepteerd zijn door de overheid. Deze lijst is bekend bij alle ambtenaren van de burgerlijke stand.
Zo was er eens een vader die zijn zoon Bjørn wilde noemen. Dat kan natuurlijk, maar de vader wilde zijn zoon een unieke naam geven. Hij stelde voor het streepje van linksboven naar rechtsonder door de o te zetten. De ambtenaar die de aangifte van geboorte opnam, weigerde dat. Dit tot ontsteltenis van de vader, die de arme ambtenaar de huid vol schold.
Je mag niet zomaar nieuwe letters verzinnen. Als je Bob heet mag je van de o geen driehoekje maken, noch van de b’s twee beertjes. De letter moet te vinden zijn in de officiële diakrietentabel van Nederland met daarbij de standaard UTF8-code in hexadecimalen. Alleen dan kan Bjørn fatsoenlijk de computer in en kan hij er ook elke keer weer netjes uitkomen. Zo komt hij later niet in de problemen, ondanks zijn eigenwijze vader. Gelukkig maar.
Het wekt elke keer weer verbazing hoeveel we in deze moderne samenleving met elkaar hebben moeten afspreken.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.