Boek

Het kost een schrijver minstens een jaar om een fatsoenlijk boek te schrijven. En dan moet dat in een korte tijd via een stevige marketingcampagne aan de man gebracht worden, anders merkt niemand het op. Een nieuw boek ligt twee maanden op de belangrijkste tafel in de boekwinkel en daarna staat het hoogstens nog een tijdje als winkeldochter in het schap. En als iemand het koopt en leest, staat het de rest van de tijd in een grote boekenkast als herinnering en decoratie, zoals bij mij.
Als een schrijver geluk heeft dan komt hij op de boekenlijst van een middelbare scholier. Dat is de enige manier om niet te worden vergeten. Ik zie in de boekenkast Turks Fruit van Jan Wolkers staan. Dat was zo’n boek dat iedereen op zijn boekenlijst had, net als de klassiekers van Reve, Mulisch en Hermans en de dunnere boekjes van Minco en Bordewijk. Ik zie diezelfde namen en titels nog steeds op de scholierensites waar je de uittreksels kunt downloaden. Als je daar tussenkomt, dan weet je dat je boek ook over twintig jaar nog wordt verkocht. Alle anderen kunnen het vergeten.
Ik zit tegenover veertig meter boekenkast langs de wand van de werkkamer en staar naar dit tekstje op de Ipad. De moed zakt me in de schoenen. Er is al zoveel geschreven. Wat heb ik toe te voegen? Elke dag stuur ik weer driehonderd woorden de wereld in, maar het is niet meer dan een druppel in de oceaan, een passant in een drukke straat.
Ik zou beter opnieuw kunnen beginnen met lezen. Vanaf het eerste boek dat ik ooit kocht tot het laatste boek dat ik onlangs kreeg. Al denk ik niet dat ik dat tijdens dit leven nog red, zelfs niet als ik me beperk tot de beste titels. In ieder geval zou ik nooit meer een boek hoeven kopen, laat staan dat ik ooit nog iets zou hoeven schrijven.

Dit bericht is geplaatst in schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.