Zonderling

Af en toe word ik weer eens ouderwets geconfronteerd met mijn eigen beperkingen. Het zijn glazen muren met onzichtbare glazen deuren, waar ik af en toe weer eens tegenaan loop, hoewel ik weet dat ze er zijn. Ik zou mezelf en mijn tekortkomingen toch moeten kennen en me niet meer moeten laten verrassen, maar het gebeurt toch.
Dat ik denk dat ik alles onder controle heb, maar dat er dan ergens buiten het gezichtsveld toch iets gebeurt wat alles uit balans brengt. Is er toch weer de blinde vlek die ik herken uit eerdere ervaringen en die ik dacht te hebben overwonnen. Leermomenten waren dat, maar ik blijk hardleers. Het tekort zit in de genen en ik vergeet het te compenseren.
Ergens diep in mij zit een oude boer die niemand op zijn erf duldt. Hij banjert door de koeienmest en stinkt een uur in de wind. Terwijl zijn collegaboeren de nieuwste teelttechnieken uitproberen en zichzelf verzamelen in studiegroepen van landbouworganisaties, zweert de oude boer bij zijn eigen methode en koestert hij zijn autonomie. Hij doet het liever fout op zijn eigen manier, dan dat hij toelaat dat iemand zich ermee bemoeit.
Het is zo’n zonderling die je terugziet in programma’s van de NCRV. Ze staan aan de rand van de samenleving en veel vrienden hebben ze niet. Ze hebben lak aan conventies en lachen anderen uit. Al lang geleden hebben ze zich verzoent met hun lot.
In mij (en misschien in ieder van ons) schuilt net zo’n zonderling. Door opvoeding en wat geluk heb ik het boerenerf kunnen verlaten en loop ik in een net pak door de maatschappij. Maar op mijn zwakste momenten verlang ik terug naar een plek in het hooi met niet meer dan een paar laarzen en een overall, zonder verplichting en zonder beschaving, de hooivork binnen handbereik om indringers te weren.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.