Traditie

Het jeux-de-boules-toernooi van de Buitenkans begint op Tweede Pinksterdag niet eerder dan drie uur, hoewel de eerste kinderen al tegen tweeën ongeduldig komen informeren. De zevende editie van dit evenement organiseren we voor ons eigen huis. Met een sneeuwschuif schuiven we de lavasteentjes op het pad tijdelijk aan de kant en maken we twee gladde jeux-de-boules banen. Ons hele tuinameublement zetten we er omheen en wie nog meer wil zitten, neemt zijn eigen stoel mee. Langs de wedstrijdbanen ontstaat een kleurrijke dubbele strook van stoelen en parasols tegen de brandende zon.
We zijn met zo’n dertig volwassenen en kinderen. De ervaring leert dat je als organisator geen koffie en thee hoeft te schenken. Op de prijzenlijst, die ik elk jaar opnieuw uitprint, staat nog dat we het voor 50 cent aanbieden, maar niemand vraagt ernaar. Voor de kinderen is er gratis Ranja en één gratis zakje chips. Cola, cassis en appelsap is 50 cent, wijn en bier kost 1 euro. Dat zorgt voor enige marge, zodat we met aftrek van de ‘schitterende prijzen’ net quitte draaien. Enige risico lopen we overigens niet. Alle drank die we overhouden, komt in de weken daarna heus wel op.
Het jeux-de-boules is een serieuze bijzaak. De wat gebutste wisselbeker keert elk jaar wonderwel terug in ons midden en staat te blinken in de zon. De stalen ballen ketsen op het lavapad en regelmatig komt de centimeter eraan te pas om de winnaar te kunnen aanwijzen. Na de poulewedstrijden, de kruisfinales en de prijsuitreiking is het toernooi nog voor vijf uur gedaan. De fanatiekste Buitenkansers werken zich dan nog een paar uurtjes door de drankvoorraad heen, zodat we pas tegen zeven uur met wankele maar vereende krachten de boel weer aan kant maken. In deze jonge wijk (2006) in deze jonge stad (1976) is dit een klein evenement dat we koesteren als een eeuwenoude traditie.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.