Paspoort

Ik loop een middag mee achter de balie van Burgerzaken bij de gemeente Almere. Van de twintig balies zijn er zo’n vijftien open. Er zijn balies waar burgers moeten staan en er zijn zitbalies voor de wat langere gesprekken. Het is vrijdagmiddag en er is een normale drukte in de grote zaal van de B-vleugel.
Alles gaat op afspraak, ingepland per tien minuten. De baliemedewerkers doen gemiddeld zeven minuten over een gesprek en hebben dan nog wat lucht om even de benen te strekken. Toch stroopt het in de loop van de dag wat op als het hier en daar wat langer duurt dan gedacht.
Ik zit naast één van de collega’s bij balie 9. Op haar computerscherm kun je zien hoe de wachtrij afneemt en weer groeit. Elke klant heeft een nummer en er staat bij waarvoor hij komt. Als ze de eerstvolgende klant aanklikt, klinkt er een belletje als bij de bakker om de hoek. Op alle schermen in de grote zaal verschijnt het nummer van de klant en van onze balie.
Er meldt zich een echtpaar met hun zoon van tien voor wie ze een paspoort komen aanvragen. De ouders moedigen de jongen aan om zelf het woord te doen. Zijn postcode en huisnummer is genoeg om alles direct op het scherm tevoorschijn te toveren, toch wordt hem alles nog eens gevraagd. Van de zenuwen is hij zijn vier geboortenamen vergeten. Toch zegt de medewerker het niet voor.
De jongen schrijft zijn naam ‘Thomas’ in grote blokletters op een wit kaartje. Dat is nu zijn handtekening en zal straks onder zijn pasfoto in het paspoort staan. Binnen vijf minuten staat alles op papier. De ouders rekenen af: 51 euro en 5 cent. De transactie is voltooid en over vijf werkdagen kunnen ze het paspoort komen afhalen.
De gemeente Almere geeft elke week enkele duizenden paspoorten af. Vanaf volgende week kan ook Thomas de grens over. Hij heeft nu een officieel document dat hij bestaat. En hij zal zijn vier geboortenamen niet snel meer vergeten.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.