Noorderling

Op Schiermonnikoog lijkt het of ik iedereen ken. Bij elk gezicht denk ik dat ik het eerder heb gezien. Hier fietsen de dertigers met jonge kinderen, de vijftigers – mijn generatie – met inmiddels een empty nest, en hier fietst de grote grijze babyboom van na de oorlog in tweetallen rond.
Ik fiets langs de terrassen in Het Dorp, door de duinen en langs het Strandhotel. En ik zie overal hetzelfde bekende volk. Hier niet de grote kleurrijke gemeenschap van de Randstad; de eilanden zijn het recreatiegebied van de blanke Nederlander. De kinderen langs de zee zijn stuk voor stuk hoogblond.
Ik herken ze allemaal als de kring van boeren en buitenlui waarmee ik ben opgegroeid. Het zijn vrouwen met kort haar in korte broeken. Daarnaast rijden bonkige kerels met grote handen, soms wat dik en kalend of juist mager met een baard. Dit zijn de vrije Noorderlingen, blank en groot met dikke benen van het fietsen.
Dit is het vertrouwde volk. Met duidelijke normen en waarden. Ze houden van de natuur, maar niet te veel. Ze fietsen omdat dat gezond is. En ze zitten op het terras omdat je ook af en toe moet genieten. Eenvoudig is goed genoeg. Ze eten een pannenkoek of een schnitzel met wat friet.
Ik verwacht elk moment te worden aangesproken. Door iemand die me nog herkent van de lagere school, van de voetbalclub, een oud-studiegenoot uit Groningen of zomaar een bekende van vroeger. Ik zou ze allemaal al eens ontmoet kunnen hebben. Ik weet zeker dat als ik iemand aanspreek dat we binnen twee stappen een gemeenschappelijke kennis hebben.
Hier op Schiermonnikoog is het logisch dat alle achthonderd vaste bewoners elkaar kennen. En ook ik heb iedereen al eens eerder gezien. Nu alleen de namen nog.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.