Kraan

In onze wijk wordt het laatste huis gebouwd. Op de parkeerplaats staat sinds een week een kraan, die houtskeletdelen naar de juiste plaats tilt. Op Goede Vrijdag reed een grote trekker met oplegger de parkeerplaats op met daarop een opgevouwen pakket van geel en zwart staal op vier sets dubbele wielen. De lange vrachtwagen blokkeerde in één klap een tiental auto’s, en de chauffeur had moeite een plek te vinden om de kraan op te stellen.
Hij staat, klemgezet tussen de huizen, op stevige poten van staal, zijn wielen los van de grond. Hij strekt zich hoog boven ons uit en de gele arm draait als een windvaan over ons heen. In onze ecologische wijk van hout, grasdaken en organische pasteltinten, is de rechthoekige constructie in hard geel een provocerend kunstwerk. Het betonnen contragewicht, staat lomp en vierkant op de stalen staanders voor de ingang, als een onneembare barricade.
Ondertussen is de wijk groen geworden. Alle bomen staan vol in het blad en het riet staat al kniehoog in de vijver. De vogels zingen uitbundig, maar als ik naar de kraan kijk zie ik ze niet. Sommige soorten nestelen zich in de hoogste bomen. Eksters, kraaien en duiven zitten op schoorstenen, lantaarnpalen en daken, maar geen van hen waagt zich aan de kraan. Zelfs de buizerd, die hier veel wordt gezien, kiest het nieuwe hoogste punt van de wijk niet uit voor een goed overzicht op zijn jachtgebied. Natuurlijk het is geen boom en ook geen dak, maar zo éénkennig zijn stadsvogels toch niet. Misschien is het de gele kleur die van deze kraan hun natuurlijke vijand maakt.
Hij staat daar maar. Hoog, lomp en eenzaam. Hij draait met alle winden mee, maar vrienden maakt hij niet.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.