Koningsdag

Op de eerste Koningsdag van mijn leven, zit ik met een lichte kater aan de ontbijttafel. Na zeven weken geen alcohol, zat er gisterenavond op het terras van Den Enghel geen rem meer op. Het was feest in Almere. Alles en iedereen was in het oranje. Het café hing vol oranje vlaggetjes en grote rood-wit-blauwe banieren hing dwars over de straat. Toen we om zes uur op het terras gingen zitten, waren we nog met zijn tweeën, maar het gezelschap dijde gedurende de avond als vanzelf uit. Onweersbuien maakten een vroegtijdig einde aan de vrijmarkt en zorgde ervoor dat het café en het overdekte gedeelte van het terras helemaal volliep. Hele en halve bekenden sloten zich bij ons aan tot we tegen twaalven een klein koortje vormden dat meezong met de klassiekers uit het Amsterdamse repertoire. Zo vierden we het leven. Op de natte straat en onder de parasols deinden de mensen mee op de muziek met grote glazen bier in de hand. Ober Cees, in zijn oranje T-shirt, sleepte voor ons steeds weer nieuwe flessen witte wijn aan. Van de gesprekken kan ik me niet veel herinneren. Er zaten journalisten en lokale politici aan tafel, die in elkaars gezelschap ongetwijfeld op hun woorden hebben gelet. Het ging niet over voetbal, niet over het nieuwe college van BenW en zelfs niet over de koning. Het ging waarschijnlijk helemaal nergens over. Tegen enen namen we afscheid, toen we er bij Den Enghel bijna een werkdag hadden opzitten. Enigszins aangeschoten fietste ik door de donkere polder terug naar huis. Nu, op de eerste Koningsdag van mijn leven, raap ik de herinneringen als oranje confetti bij elkaar en kan ik er nauwelijks een verhaal van maken.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.