Eenmansfractie

Toen de coalitiepartij donderdagavond aan het begin van de Gemeenteraadsvergadering het ordevoorstel deed om diezelfde avond nog over het parkeren in Almere-Buiten te debatteren, moest ook de eenmansfractie, die zichzelf tot de oppositie rekende, meteen een opvatting ten beste geven. De geachte afgevaardigde kon er twee minuten over nadenken en liet toen weten dat hij het eens was met de opvatting dat het onderwerp geen spoedeisend karakter had en dus was hij tegen het ordevoorstel.
Nadat alle fracties hun mening hadden gegeven, kwam het tot een stemming. Bij ‘Wie is er tegen?’, ging de hand van de eenmansfractie de lucht in, geheel conform zijn stemverklaring. Maar de uitslag was nipt. De voorzitter telde het nog eens na en maakte de uitslag bekend. Het debat ging niet door. Negentien raadsleden stemden voor en twintig stemden tegen.
Op dat moment zag ik hoe een deel van de eenmansfractie naar het hoofd greep. Uit dit gebaar van teleurstelling en verwarring leidde ik af dat de fractie spijt had. Misschien besefte ze nu pas dat de partij met haar ene stem het verschil had kunnen maken en dat komt nu eenmaal niet vaak voor.
De fractie was in zichzelf verdeeld. Het hoofd was in alle redelijkheid tegen het voorstel geweest en de rechterhand ging solidair op tijd de lucht in, maar bij de uitslag maakte het hart een oppositioneel sprongetje van de schrik en de armen gingen in wanhoop de lucht in. Tijdens de rest van de vergadering was de fractie er met het hoofd niet meer bij. Achteraf had ze beter een schorsing kunnen vragen om de rug te rechten en de ene neus opnieuw te richten.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.