Druif

Dit is een column in de categorie Stadslandbouw. In mijn achtertuin groeit langs de pergola een druif. Toen wij zes jaar geleden in Almere kwamen wonen, heb ik hem zelf geplant. Het was een wijnstokje van niet meer dan een halve meter. Nu torent de plant hoog boven ons uit en strekken de ranken zich twee meter naar links en rechts uit over de hele breedte van het terras.
Elk jaar snoei ik hem in het voorjaar terug tot op het hout. En elk jaar groeit hij nog weidser en uitbundiger. Als in het voorjaar de druif ontspruit zie je niet alleen de blaadjes, maar ook meteen het beginsel van de druiventrossen. Er komen dus niet eerst bloemen in, die bevrucht moeten worden, nee, de druif laat meteen zien wat-ie dit jaar voor ons in petto heeft. Ik heb er niet voor doorgeleerd, maar het ziet er behoorlijk seksloos uit.
Vanaf mei is de druif prominent aanwezig in onze tuin. De prille vruchtjes zijn vertederend en roepen bij alle bezoekers warme gevoelens op en het verlangen naar verre landen. Als de zomer tegen zijn eind loopt, is de druif op zijn best. Dikke rode trossen hangen onder grote groene bladerschermen, als symbolen van welstand en overvloed. Dat duurt de hele maand september.
In oktober worden de bladeren bruin en geel, en dat is het signaal voor de eksters om zich op de wijnstok te storten. Het is een bacchanaal met bijbehorende tafelmanieren. Al snel zit het terras onder de sapvlekken en aangevreten druiven. Daarmee is de romantiek verdwenen en wordt het tijd voor actie.
Dit weekend heb ik vier emmers druiven kunnen oogsten. Dat heeft mijn echtgenoot meteen verwerkt tot een paar liter druivensap in de speciaal daarvoor door hem aangeschafte sapcentrifuge. Ik schat in dat we dat binnen een week allemaal hebben opgedronken. En daarmee zijn we aan het eind van het verhaal. Nu rustig de winter uitzitten en dan begint het straks allemaal weer van voren af aan.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.