Blank

Ik was laatst op Terschelling. Alle generaties waren vertegenwoordigd. Veel jonge gezinnen op de familiecampings. Pubers met winkelwagens vol lege kratten, voor het eerst zonder ouders. Bejaarde stellen op elektrische fietsen. De welgestelde echtparen op hun zeiljachten. Elke Nederlander lijkt hier minstens vier keer te komen: als kind, als student, als ouder en als bejaarde. Maar één groep schitterde door afwezigheid: de medelanders. Ik zie hier geen Marokkaanse vriendenclubs, of een gezellig Turks gezin. Ook geen bejaard Surinaams of Antilliaans koppel. Geen gekleurde kinderen. Niet één. Noch op de campings, noch op het strand, noch in het hotel.
Ik woon in Almere, waar ongeveer 30% een andere etnische achtergrond heeft. Als ik naar mijn werk fiets, kom ik alle soorten medelanders tegen. Misschien dat het mij daarom eerder opvalt, hoezeer Terschelling het blanke Nederland is. Maar het viel me ook op in Ommen aan de Vecht, eerder deze zomer, of toen ik zwom in de Rijn bij Arnhem, en ook op het terras in Valkenburg in Limburg. Waar de blanke Nederlander recreëert, recreëert de gekleurde Nederlander niet. Op de doorsnee-vakantieadressen zijn ze niet te bekennen. Ze hebben misschien niets met zuipen op campings, of met fietsen over schelpenpaadjes, en zeilen doen ze al helemaal niet. En waar bevolkingsgroepen zo gescheiden hun vakanties vieren, daar ontstaat geen gedeelde geschiedenis. Dan hebben ze geen gemeenschappelijke grond. Dan blijft de verbinding dun.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.