Af

Ik laat de Flevopolder achter me en fiets bij Elburg het oude land op. De langgerekte haven is zo vol dat twee jachten elkaar ternauwernood kunnen passeren. Op de kade is het druk. Wandelaars en fietsers. In de winkelstraat van Elburg zijn alle terrassen bezet.
Ik fiets langs de oude toren het achterland op richting Zwolle. Ik kom langs plaatsen als Oosterwold, Hattem en Wezep. De fietspaden lijken net opnieuw aangelegd en lopen in flauwe bochten door het coulissenlandschap. De boerderijtjes zitten keurig in de verf. De gazons zijn gemaaid. De heggen zijn geknipt.
Je ziet het contrast als je uit de Flevopolder komt. Hier ligt niets braak. Hier is geen vierkante meter onbestemd. En wat een bestemming had is opnieuw bestemd. Een school is een huis. Een kerk is een restaurant. Een boerderij is een kantoor. Alles is gerenoveerd en verbouwd.
En nu is het klaar. Het huis, de tuin, het landschap, het dorpsgezicht, het voetbalveld, het wandelpad, de provinciale weg. Op elk kruispunt staan richtingaanwijzers, pictogrammen, stickers met kleurencombinaties. Voor elke hobby is een route.
De zon staat hoog aan de hemel boven dit volmaakte land. Dit is het land dat je schildert als je aan Nederland denkt: een wei met roodbontvee, een moeras met vogels, een oude molen, een watertoren, een rivier met een boot erop.
De mensen die in de tuinen scharrelen, lijken allemaal gepensioneerd. Ze fietsen straks even naar het dorp en maken een praatje met de bakker. Daarna een hapje eten op het terras onder de parasol. Vervolgens een middagdutje.
Ze hoeven niets meer te bedenken. Alles wat ze willen, is er al. Wat kunnen ze anders doen dan te beheren wat ze hebben. Ze vegen hun straatje schoon, wassen de ramen en maaien het gras. Dit gedeelte van Nederland is af.

Dit bericht is geplaatst in samenleven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.