Wegwerptekst

In de wijk hebben we een buurtkrantje: de Buitenkanskrant. Dat vierbladig dingetje ben ik zelf ooit begonnen in 2008 en het is blijven bestaan. De krant verschijnt vier keer per jaar, elke keer op de dag dat de seizoenen wisselen (heel antroposofisch) en kent een oplage van 54 exemplaren, evenveel als er huizen zijn in de Buitenkans.
Inmiddels zit de krant in zijn zesde jaargang. De eerste jaargangen schreef ik zelf nog veel, maar sinds ik niet meer in de redactie zit, is dat minder geworden. Nu schrijf ik nog af en toe een stukje over het buurthuis, omdat ik nog in dat comité zit.
Vanavond was het weer zover dat ik nog snel iets moest schrijven voor dit krantje. Het zou niets moeten voorstellen, maar ik heb er toch steeds weer moeite mee. Ik ben nu eenmaal geen journalist. Niets zo moeilijk als je te beperken tot de feiten. Er wordt ook geen literaire bijdrage verwacht. Het gaat gewoon om informatieoverdracht. Eenvoudig de vragen beantwoorden: hoe staat het ervoor en hoe gaat het verder?
Ik doe mijn best om zo compleet mogelijk te zijn, zonder er een langdradig verhaal van te maken. Bovendien houd ik er rekening mee dat er ook buurtgenoten zijn die zo’n krantje heel oppervlakkig lezen of juist heel nauwkeurig lezen (om de schrijver op een fout te kunnen betrappen, denk ik). Al met al is het een vrij droge zakelijke tekst, die op zichzelf haar doel dient, maar waar je onmiddellijk de vis in kunt verpakken. Het is eigenlijk niet meer – maar ook niet minder – dan een wegwerptekst.

Dit bericht is geplaatst in communicatie, schrijven en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.