Slagboom

De brug van de A10 bij Amsterdam was open geweest, maar het verkeer kon niet verder. Het was half één in de nacht en we waren onderdeel geworden van een lange file. Al een kwartier staarden we met zijn vieren, net terug van een bruiloft, naar de rode lichtjes in de verte. De auto had ik uitgeschakeld en de radio aangezet. Anderen stonden naast hun auto en liepen een stukje langs de snelweg om te zien wat er aan de hand was.
Nog een kwartier later verloren de eersten hun geduld. Ik zag een taxi achteruit rijden over de vluchtstrook. Na hem volgenden er nog twee en daarna, alsof het een soort omslagpunt was, kwam de hele file in beweging. Auto’s voor ons begonnen te draaien en te keren en sloten aan op de omgekeerde file op de vluchtstrook, waar al gauw ook geen beweging meer inzat. Nu stond alles muurvast.
Ik besloot de politie eens te bellen. ‘De brug van de A10?’, vroeg de centralist. ‘Ja, het dreigt hier wat chaotisch te worden’, zei ik, ‘weet u hoe lang het nog duurt?’ Ik hoorde haar roepen: ‘Jongens, wat is er met de brug op de A10?’ Daarna ging ik in de wacht. Even later was ze terug. ‘Nou, de slagbomen gaan niet meer open, de monteur is onderweg. En wij komen er ook aan.’
Na nog een half uur veranderde er iets aan de rode lichtjes. Er gingen er twee aan, een andere ging uit. ‘Er gebeurt iets!’, riep mijn bijrijder. Als sterrenkijkers keken we naar de constellatie. Maar daar ging echt iets omhoog, en ten slotte ging alles uit. Gejuich steeg op van de achterbank.
We konden weer rijden. Maar er stonden auto’s op de weg waarvan de chauffeur nog ergens langs de snelweg wandelde. Mensen renden tussen de rijdende auto’s door. Op de vluchtstrook keerden de auto’s nog eens om en af en toe schoot er één achteruit de rechterbaan op.
Wat vooral opviel was dat het uiteindelijk allemaal goed ging.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.