Q

De vergadering was op de vierde verdieping van de B-vleugel. We kwamen één voor één binnen en schonken elkaar de koffie in. De collega’s keken op hun I-pads om de stukken te voorschijn te toveren, maar we konden niet beginnen, want nog niet iedereen was gearriveerd.
Buiten zagen we hoe de zon wat waterig scheen in de nevel die boven het Weerwater hing. ‘We zitten al weer ruim een week in het najaar’, zei iemand een beetje troosteloos. Misschien kwam het door het uitzicht, maar in ieder geval verwees ze daarmee subtiel naar de plannen die we voor het najaar hadden gemaakt en waar we dus eens nodig aan moesten beginnen.
‘Het is vandaag het einde van het kwartaal’, voegde onze meest analytische collega eraan toe, en hij keek er ernstig bij, alsof hij net een bijzondere ontdekking had gedaan. ‘Van het derde kwartaal, om precies te zijn’, zei hij. Hij hield van precies.
‘Wat betekent dat dan voor jou?’, vroeg ik, opkijkend van mijn I-pad. ‘Nou’, zei hij, ‘het jaar schiet al weer aardig op, morgen begint Q-IV!’ Ik hoorde hem het Romeinse cijfer als het ware uitspreken en toen begreep ik het.
In zijn wereld bestaat het jaar uit Q’s. Het gaat niet over lente of zomer. Hij heeft een hekel aan termen als voorjaarsnota of winterstop. Dat is veel te vaag en leidt alleen maar tot misverstanden. Het najaar is misschien tien dagen oud, en dat maakt weemoedig, maar we weten zeker dat vandaag Q-IV begint, en dat geeft houvast.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.