Fietsenmaker

Drijfnat kwam ik tegen sluitingstijd de fietsenwinkel binnen. ‘Gelukkig Nieuwjaar’. ‘De beste wensen’, klonk het vanachter de toonbank. ‘Blij dat je nog open bent, want mijn fiets is stuk.’ ‘Dat is niet zo mooi, breng hem maar naar binnen.’ Ik haalde mijn fiets van de stoep en liep er mee naar achteren waar hij zijn werkplaats had. Ik trok een spoor van water door de winkel.
Zijn zaak in de Stripheldenbuurt stond vol gewone fietsen. Geen fancy ATB’s of racefietsen met een frame van carbon. In deze buurt met jonge gezinnen was er vraag naar fietsen voor naar school en werk. Ook ik had hier mijn fiets gekocht. En een fietstas. Hij beschouwde mij als een vaste klant. Hij wilde de gebroken spaak in mijn achterwiel meteen te repareren, ook al was ik om kwart voor zes binnengekomen. ‘Ik weet dat u niet zonder uw fiets kunt.’
Tijdens de reparatie ging de telefoon en ik wachtte in de werkplaats. Het gereedschap hing op grootte boven de werkbank, de takel werkte op een luchtdrukpomp, er stond een grote kast van honderden laatjes. Toen de fietsenmaker weer terugkwam en zich weer over mijn fiets boog, deed hij een schokkende ontdekking. ‘Kijk nou, de buitenband is gescheurd.’ Hij liet me de verdikking zien, waar inderdaad een scheur van enkele centimeters langs de velg liep. ‘Dat is niet normaal!’, zei hij weer. Hij zou dit zeker gaan verhalen bij de fabriek. Ik moest de fiets een dagje daar laten. ‘Was dat een probleem?’ Ja, dat was het wel, maar dat zei ik niet.
Toen ik de winkel wilde verlaten, kwam er een kletsnat donker gekleurd jongetje binnen van een jaar of tien. ‘Is-ie weer stuk?’, vroeg de fietsenmaker. ‘Ja, ik heb een lekke band, denk ik.’ En er klonk meer enthousiasme dan droevenis in zijn stem. ‘Nou, laat maar eens zien dan…’, en de fietsenmaker gaf mij een knipoog, terwijl ik al de deur uit liep.
Eenmaal buiten in de regen, keek ik nog eens om. Tussen de donkere huizen aan de Van Raemdonckstraat, was de etalage van de fietsenwinkel op deze natte winteravond een oase van licht. Je zou er elke avond wel even binnen willen gaan. Misschien was de fiets van het jongetje daarom zo vaak stuk.

Dit bericht is geplaatst in communicatie en getagd , , . Bookmark de permalink. Reacties en trackbacks zijn beide momenteel gesloten.